VAN DE REDACTIE - Europa is kortzichtig
Inderdaad: een waterstof- of H2-auto. Om te zien wie er het snelst geraakte, uiteraard rekening houdend met de snelheidsbeperkingen.
Op het traject van Antwerpen naar Berlijn waren -ocharme- een drietal stations waar waterstof kan worden getankt. Laadpunten voor elektrische auto’s waren er overal. En toch was het de H2-auto, waarvan er vandaag amper twee op de markt zijn, waarmee het comfortabelst reizen was. En ook het snelst. Natuurlijk heeft dat alles te maken met de ‘tankbeurten’. Zelfs als je een ‘EV’ bij een snellader maar tot 80 procent vol gooit, ben je al snel een halfuurtje zoet. Wil je hem helemaal vol, zoals een logisch denkend mens normaal zou vinden voor een verre verplaatsing, dan moet je rekenen op bijna een uur. Aan het H2-station is de tank vol in vijf minuten tijd, goed voor meer dan vijfhonderd kilometer echt rijbereik.
Het is niet mijn bedoeling om hier nu te beweren dat waterstof een veel betere oplossing is dan elektrisch met een batterij. En ik wil zeker de discussie niet beginnen over de ecologische kant, de vraag is wat belastender is voor het milieu: grotere batterijen en elektriciteit maken, dan wel waterstof aanmaken en transporteren. Ik ben trouwens al lang gestopt met alle (wetenschappelijke) studies over die materies te lezen: als je eerst nagaat wie de studie heeft besteld en dus betaald, weet je meestal ook al meteen de uitkomst.
Wat ik dan wel wil zeggen? Dat het nog maar eens onderstreept dat Europa onze mobiliteit met onvoldoende zorg en vooruitzicht bestuurt, veel te kortzichtig, door de toekomst zozeer af te stemmen op vooral elektrische auto’s met een batterij en ruimte zou moeten laten voor veel meer technologieën. Vandaag rijdt van het grote publiek niemand met waterstof, zijn er zo goed als geen stations, en is het toch al vlotter van Antwerpen naar Berlijn rijden. Als dat geen (water)stof tot nadenken is.
Joost Bolle
Hoofdredacteur
Jurylid Car of the Year