Ontmoeting Michel Degueldre - De memoires van de Belgen
Toen hij zich verdiepte in zijn stamboom realiseerde Michel zich dat de banden van zijn familie met de regio rond Binche teruggaan tot... 1605. Met zulke diepe wortels in de eigen streek is hij zowaar zelf ook een man van het erfgoed. In zijn persoonlijke museum bezit hij dan weer alle (u leest het goed) Gillet-modellen die van 1919 tot 1962 werden geproduceerd. Daarnaast heeft onze gids van de dag ook heel wat ander fraais in bezit. Zo zijn er enkele Citroëns terug te vinden (waaronder een zeldzame Traction cabrio) en tractoren van Fordson (nu beter bekend onder de naam New Holland). Maar waar komt deze passie vandaan? In 1968, toen hij nog geen 12 jaar oud was, vergezelde Michel zijn grootvader en vader naar een boer in de buurt om een partij meststoffen te gaan halen. Achter de laatste zakken kwam plots een motorfiets tevoorschijn, een Gillet 150 uit 1947. De minzame gepensioneerde boer stond die maar wat graag af aan de jonge Michel. "Dat was de eerste van de 672 motorfietsen die ik tot nu toe heb gehad," zegt Michel. "Zodra ik hem kreeg begon ik er mee te rijden en ging meteen ook op zoek naar alle schroothandelaars en oude motorzaken om er reserveonderdelen te vinden. Een werkwijze die ik nog steeds toepas en waarmee ik de kosten drastisch weet te beperken. Dat verklaart dan weer waarom mijn aanzienlijke collectie me geen onnoemelijk fortuin heeft gekost. Bovendien sta ik intussen te boek als een gerespecteerd verzamelaar, en daarmee kan ik af en toe profiteren van schenkingen of interessante deals met collega-verzamelaars.”
Geleidelijk aan groeit de Gillet-collectie en ontstaat het idee om ze allemaal in een persoonlijk "museum" te verzamelen. Na een leven als competitiesporter (bergbeklimmen, ...) en een opleiding in mechanica (want "sleutelen is goed, maar weten wat je doet en waarom je het doet is beter!") is Michel nu een (hyper)actieve gepensioneerde die, naast zijn in goede staat verkerende Gillets, nog dagelijks een dozijn verschillende BMW’s gebruikt en ook de onvermijdelijke Japanse motoren heeft uitgeprobeerd: "Persoonlijk heb ik nooit geloofd in die ene perfecte motorfiets. Door alles goed te willen doen, doen ze uiteindelijk alles fout. Om de heilige Graal van motorfietsen te ontdekken, heb je verschillende motoren nodig.
Gillet for ever
Een hele tijd geleden was er een overvloed aan Belgische merken - een goede honderd! - waarvan sommige tegenwoordig totaal vergeten zijn. “Gillet is de jongste van de drie grote Belgische merken. FN en Saroléa gingen hen voor", legt Michel uit. "Soms worden de grote drie verkeerdelijk ‘les dames de Herstal' genoemd. Die benaming in feite van toepassing op alle vooroorlogse Belgische motoren die na 1945 ‘Les dames de la Basse-Meuse’ werden. Een van de specifieke kenmerken van de Gillet is de mechanische betrouwbaarheid dankzij overgedimensioneerde componenten. Die onfeilbare betrouwbaarheid wordt ook bekrachtigd door bepaalde gebeurtenissen zoals de wereldtournee door de Franse journalist Robert Sexé aan het stuur van een 350 cc, van juni tot december 1926: 25.000 km door Rusland, Mantsjoerije, Japan, de Verenigde Staten en Europa. Robert Sexé reed nog tot in de jaren zestig op zijn 350 'Tour du Monde' en legde er uiteindelijk meer dan 300.000 km mee af!"
Einde van een tijdperk
Heeft de toevloed van Japanse motorfietsen de daling van onze nationale productie versneld? Het is een vraag die regelmatig terugkomt en die we ook voorleggen aan Michel Degueldre: “Ontegensprekelijk heeft de Japanse productie ons niet geholpen. Maar dat was niet het enige probleem. Alle Belgische merken hadden al te lijden onder een zeer sterke concurrentie van de kleine betaalbare auto's, waardoor het grote publiek de interesse voor de prestigieuze motorfietsen verloor. De Japanse motorfabrikanten benaderden de markt ook op een andere manier, met motoren die moeilijker te herbouwen waren. In het algemeen begonnen zij met de ‘geprogrammeerde veroudering’ van motorfietsen, een tendens die al lange tijd de boventoon voert en waaraan, moet ik zeggen, ook BMW sinds 2012 heeft toegegeven.”
500 Spéciale Belgica 1956
Als je (minstens) één exemplaar van elk Gillet-model bezit, is het natuurlijk moeilijk om een favoriet te benoemen. Michel maakte niettemin van de gelegenheid gebruik en houdt het na veel aarzelen op de 500 Spéciale Belgica van 1956. "Het is een prototype waarvan er maar twee exemplaren zijn... die ik beiden bezit. Ik ben er trots op omdat het een uitzonderlijke machine is voor zijn tijd. Hij werd voorgesteld op het Autosalon van Brussel in 1956 en Koning Boudewijn toonde er grote belangstelling voor, zoals blijkt uit de foto's uit die tijd. Helaas hapte het publiek niet toe; de verkoopprijs van 32.000 Belgische franken bleek te hoog en er werden geen bestellingen geplaatst, wat al snel het einde van het model betekende. Het waren de 125 tot 350 cc bedrijfsvoertuigen die voor het succes van het merk zorgden.” Een laatste anekdote? "Oh, er zijn er veel, maar hier is er een. Gillet bracht drie zogenaamde "Ecclesiastische" of kerkelijke modellen op de markt: motorfietsen met een kleine cilinderinhoud (minder dan 100 cc) met een gebogen bovenframe, zodat ze met een soutane, een lang priesterkleed, konden worden gereden."
Rudy Scohy