Europa verlaagt zijn ‘China-belasting’
Zodra deze toeslagen - op voorlopige basis - in juli vorig jaar werden ingevoerd, verklaarde Europa zich open voor onderhandelingen. Verschillende autoconcerns hebben nu hun argumenten tegen de maatregel naar voren gebracht. Het tarief van deze heffing wordt bepaald door verschillende factoren, waaronder de omvang van de steun van de Chinese overheid en/of de transparantie van de fabrikanten in het Europese onderzoek. Vooral de private bedrijven hadden met Europa samengewerkt, in tegenstelling tot de merken in handen van de Chinese overheid, die het maximale belastingtarief van 37,6% kregen opgelegd. En wie zijn de winnaars van deze onderhandelingen?
9% voor Tesla
De meeste zijn westers, met Tesla op kop. De belasting op modellen die uit China worden geïmporteerd is verlaagd van 20,8% naar 9%, omdat de fabrikant heeft aangetoond dat het veel minder Chinese steun heeft ontvangen dan Europa aannam. Maar feit blijft dat Tesla profiteert van Chinese accu's die zijn ingekocht tegen een lagere prijs dan hun marktwaarde. BMW komt er ook beter van af, want zijn gloednieuwe elektrische Mini zal worden belast tegen 21,3% in plaats van 37,6%. De Cupra Tavascan volgt precies dezelfde weg.
Chinese merken krijgen ook belastingverlagingen, zij het heel symbolisch. De goede student BYD, het minst getroffen door de Europese maatregel, gaat van 17,4% naar 17%, Geely-producten (waaronder sommige Volvo’s, Polestar en Smart) gaan van 19,9% naar 19,3%, terwijl de SAIC-groep, dat met MG een grote hit heeft voor Europa, van het maximum naar 36,6% gaat. Deze toeslagen komen bovenop de normale 10% importbelasting.