Atkinsons stuk begint positief: "Elektrische voertuigen zijn misschien een beetje zielloos, maar het zijn geweldige machines: snel, stil en, tot voor kort, erg goedkoop". Maar al snel verhardt de toon: "Maar steeds meer voel ik me een beetje beduveld. Als je naar de feiten begint te kijken, lijkt elektrisch rijden niet het wondermiddel voor het milieu te zijn als wordt beweerd".

Wat is zijn kritiek op elektrische auto's? Dat de productiecyclus veel vervuilender is dan die van een verbrandingsmotor. "In de aanloop naar de COP26-klimaatconferentie in Glasgow in 2021 publiceerde Volvo cijfers waaruit blijkt dat de uitstoot van broeikasgassen tijdens de productie van een elektrische auto bijna 70% hoger ligt dan tijdens de productie van een benzineauto". Tot zover niets nieuws onder de zon, ook al is het cijfer nu eerder 50%.

Hij vervolgt: "Hoe komt dat? Het probleem ligt bij de lithium-ionbatterijen die momenteel bijna alle elektrische voertuigen uitrusten: ze zijn absurd zwaar, vereisen enorme hoeveelheden energie om te produceren en hebben een geschatte levensduur van slechts tien jaar. De keuze van deze apparatuur om de autostrijd tegen de klimaatcrisis te leiden lijkt pervers".

"Ik krijg steeds meer de indruk dat onze wittebroodsweken met elektrische auto's ten einde lopen, en dat is geen slechte zaak: we beseffen dat we een breder scala aan opties moeten onderzoeken als we de zeer ernstige milieuproblemen die ons autogebruik heeft veroorzaakt, goed willen aanpakken".

Zijn oplossing? Waterstof en synthetische brandstoffen

Voor Mr. Bean zou de oplossing komen van waterstof "dat op twee manieren kan worden gebruikt: in een brandstofcel of als brandstof in een nieuw type zuigermotor". Op voorwaarde echter dat we "een echt groene productiemethode ontwikkelen". Dit is precies de kern van het probleem met de waterstof die momenteel wordt gebruikt. Maar "als waterstof de race om de aandrijving van vrachtwagens wint - en alle benzinestations het daardoor op voorraad hebben - zou het een populaire en betaalbare keuze voor auto's kunnen worden", vervolgt de Engelsman.

De tweede oplossing die naar voren wordt geschoven: synthetische brandstoffen. "Dit is een product dat gebaseerd is op twee eenvoudige noties: ten eerste is het milieuprobleem bij een benzinemotor de benzine, niet de motor, en ten tweede zit er niets in een vat olie dat niet op een andere manier gereproduceerd kan worden. Maar ook hier moeten we eerst een hele industrie ontwikkelen om ze op grote schaal milieuvriendelijk te produceren.”

Gedrag veranderen

Tot slot wijst Rowan Atkinson op het consumentengedrag: "Het grootste probleem dat we moeten oplossen in de relatie van de maatschappij met de auto is de 'fast fashion'-verkoopcultuur die decennialang het bedrijfsmodel van de auto-industrie is geweest. Op dit moment houden we onze nieuwe auto's gemiddeld maar drie jaar voordat we ze doorverkopen, voornamelijk door de alomtegenwoordigheid van het ‘driejarige leasemodel’. En hij pleit ervoor om onze auto's zo lang mogelijk op de weg te houden. "We moeten ook erkennen dat de auto's van vandaag - waarvan er wereldwijd bijna 1,5 miljard zijn - een aanzienlijke troef zijn. De productie van deze auto's heeft een milieuprijs gevraagd en hoewel het zinvol is om onze afhankelijkheid ervan te verminderen, lijkt het goed om zorgvuldig te kijken naar manieren om ze nabij te houden en tegelijkertijd hun vervuilende effect te verminderen."

Ongetwijfeld is dit een argument van gezond verstand waar onze gemeenteraadsleden niet naar willen luisteren, omdat ze er alleen maar aan denken om voertuigen die als "te vervuilend" worden beschouwd van onze wegen te verbannen ten gunste van elektrische auto's.