Interview Freddy De Mulder, Voorzitter FEBIAC
Auto Trends: Het is zover, alle autoliefhebbers keren terug naar de Heizel voor een écht Autosalon van Brussel, na een jaar afwezigheid waarvan we vreesden dat het definitief zou zijn. Hoe is de sfeer bij FEBIAC? Druk? Stress? Enthousiast?
Freddy De Mulder: “Ik zou zeggen: een sfeer van enthousiasme. Onze leden zijn blij, en de beslissing om een Salon te organiseren werd snel en makkelijk genomen. Het is uiteraard een immens project en veel werk, maar voor het eerst organiseren we het Salon samen met een partner: The Red Line, het bureau waarmee we vorig jaar al samenwerkten voor de eMotion Summit. De samenwerking verloopt perfect, en ik denk dat we van dit Salon een vijfsterrenevenement zullen maken.”
Vorig jaar werd het Autosalon van Brussel op de Heizel vervangen door de Brussels Auto Show (BAS), georganiseerd door de Nederlanders van 402 Automotive. Hun totaal andere concept trok een jong publiek aan dat vooral geïnteresseerd was in tuning, sociale media en het "fun" aspect van auto's. Hebben jullie daar enige inspiratie uit gehaald?
“Als je een evenement zoals een Autosalon organiseert, dan kijk je natuurlijk om je heen om te begrijpen hoe de wereld verandert: de interesse in influencers, mode, digitalisering... Eerlijk gezegd was het BAS voor ons een soort referentie. Zonder hen zouden we ongeveer hetzelfde hebben gedaan als wat we in januari gaan doen, maar we hebben geleerd van wat zij deden en ook van wat zij niet deden. Bij het BAS waren er bijvoorbeeld veel mooie auto’s, maar we kregen vaak te horen dat het publiek het jammer vond dat ze niet in de auto's konden zitten. Een van de nieuwe attracties op het Autosalon van Brussel 2025 is juist dat bezoekers achter het stuur mogen zitten van supercars en hypercars. Dat is nog nooit eerder gebeurd op een autosalon.”
Door het definitief opdoeken van Genève heeft het Autosalon van Brussel opnieuw de eer om de Car of The Year (COTY)-verkiezing te krijgen. Is dat belangrijk voor jullie?
“Absoluut, en we zijn erg trots dat we de COTY-organisatie mogen ontvangen. Dat blijft een referentie voor het grote publiek. Bovendien zorgt het ervoor dat veel meer internationale pers naar ons Salon komt.”
Trekt dat ook niet meer internationale toplui en CEO's van merken en merkengroepen aan? En hebben die nu ook niet de neiging om misschien naar Brussel te komen met grote wereldpremières?
“Het is moeilijk om te zeggen welke modellen nu wel of niet dankzij de aanwezigheid van COTY in Brussel worden voorgesteld. Ons Autosalon zou sowieso hebben plaatsgevonden, met evenveel of bijna evenveel deelnemers: meer dan zestig merken die samen meer dan 90 procent van de Belgische markt vertegenwoordigen. Wel is het een feit dat zodra onze leden akkoord gingen om het Salon te organiseren, ze het er meteen over eens waren dat COTY naar Brussel moest komen. Want op basis van de lessen van twee jaar geleden, wat betreft de internationale bekendheid van het Salon, het aandeel buitenlandse journalisten en zelfs de ticketverkoop in buurlanden, is de verkiezing van de Car of the Year een grote troef voor ons.”
Een troef ook om de plaats van Genève als belangrijkste Europese Salon over te nemen?
“Heel eerlijk gezegd stellen we ons die vraag niet. Natuurlijk zijn we blij te kunnen zeggen dat we de grootste autoshow zijn qua merkenvertegenwoordiging. Maar we concentreren ons liever op onze eigen sterke punten dan ons te vergelijken met anderen.”
Precies: wat zijn die sterke punten? Hoe verklaar je dat jullie het zo goed doen, met al die aanwezige merken, terwijl andere grote Autosalons verdwenen zijn of haast niets meer voorstellen?
“Ik vermoed dat er meerdere factoren meespelen, maar je mag niet vergeten dat het Autosalon van Brussel wordt georganiseerd door FEBIAC, dus door zijn leden, de exposanten zelf. Het Salon en de manier waarop het wordt georganiseerd worden door iedereen gevalideerd. Geen enkele exposant moet zich aanpassen aan een beslissing die hem wordt opgelegd. Dat maakt volgens mij veel verschil op dat gebied, en maakt ook heel wat dingen makkelijker.”
En los van deze specifieke Brusselse factoren, is het niet dringend tijd dat de Autosalons zichzelf heruitvinden en zich openstellen voor mobiliteit in bredere zin?
“We delen die mening volledig, aangezien FEBIAC een federatie is die individuele, duurzame en toegankelijke mobiliteit voor iedereen vertegenwoordigt. Dat is onze definitie en onze bestaansreden. En inderdaad, individuele mobiliteit omvat ook tweewielers, gemotoriseerd, elektrisch of niet, evenals microauto’s, bijvoorbeeld. Dit jaar voorzien we inderdaad niet echt structureel een ruimte voor die vorm van mobiliteit, op het Salon 2025. We hebben dat in het verleden wel meermaals gedaan, maar deze keer niet. Dat betekent echter niet dat we deze sector niet blijven vertegenwoordigen. Ik kan je zelfs zeggen dat je op de stands veel motorfietsen en andere vormen van individuele transportmiddelen zal zien. Je zal verrast zijn, dat weet ik zeker. En wie weet, misschien organiseren we in een volgende editie van het Salon wel opnieuw iets speciaals. In ieder geval zullen we dat na het Autosalon 2025 bekijken, waar we hopen meer dan 300.000 bezoekers te verwelkomen, met tevreden merken en een geweldige sfeer. Zeg maar: een écht feest van de auto.”