Opels recordbrekende elektrische GT is halve eeuw oud
Op 17 en 18 mei 1971 ondernam Georg von Opel een snelheidsrecordpoging voor elektrische auto's met een speciaal geprepareerde en aangepaste sportwagen: de Opel Elektro GT. De auto was uitgerust met twee elektromotoren op gelijkstroom van Bosch, die samen 88 kW (120 pk) leverden bij normaal bedrijf, met een piekvermogen van 118 kW (160 pk).
De vier nikkel-cadmiumbatterijen die naast en achter de bestuurder waren geïnstalleerd, kwamen van Varta. Met 280 cellen gooiden de batterijen 590 kilogram bovenop de 960 kilogram van de standaard-GT, waardoor het totaalgewicht 1.550 kilogram bedroeg.
Voor de langeafstandsrecordpoging was een accu met 360 cellen nodig, goed voor een extra 740 kilogram. Het extra gewicht vereiste stevigere veren en Continental had speciale hogedrukbanden ontwikkeld die de rolverliezen minimaliseerden.
Aan het stuur van de Elektro GT vestigde Georg von Opel op 17 mei 1971 vier wereldrecords voor auto's met elektrische motoren. De lage energiecapaciteit van de Ni-Cd-batterijen verhinderde echter dat een nieuw 100-kilometerecord kon worden gevestigd bij een constante snelheid van 100 km/u. De poging eindigde al na 44 kilometer.
De Elektro GT demonstreerde dat een batterij-elektrisch voertuig de snelheid van een sportwagen uit die tijd kon bereiken: een prestatie die ondertussen een halve eeuw oud is!