In 1994 was de Ford Mondeo ‘European Car of the Year’. Het jaar daarvoor was de Nissan Micra de eerste Japanner ooit die de titel kreeg. Een revolutie, toen. Sinds het ontstaan van COTY in 1964 was de winnaar immers altijd een Europeaan geweest. Ja, in 1974 had de Honda Civic het tot de derde plaats geschopt, maar voorts stond nooit een Japanse auto in de top drie. Tot de Nissan Primera in 1991 nipt de duimen legde voor de Renault Clio. Een teken dat het tij begon te keren?

Al sinds de jaren zeventig werden we bestookt met de slogan ‘My Toyota is Fantastic’. Dat Japanse auto’s verbazend betrouwbaar waren ondanks hun lagere prijs, moest er toen nog ingehamerd worden. Toyota had tot dan nooit de COTY-top drie gehaald, maar verkocht in 1994 al wel zijn twintig miljoenste Corolla. Maar na dertig jaar groei kregen de Japanners het moeilijk toen hun concurrentiële prijs onder druk kwam door de onhoudbaar stijgende koers van de Yen. De remedie? Auto’s in Europa bouwen om importtaksen te vermijden. Nissan begon in 1994 te metselen aan zijn reusachtige fabriek in Sunderland (UK). Toyota was al sinds 1987 in Brussel neergestreken met een R&D-afdeling en op 4 juni 1993 opende Prins Charles de eerste Toyota-fabriek in Europa, in het Engelse Derbyshire. En in 1996 werd de Britse Toyota-invoerder die het Japanse merk in 35 landen uitgerold, ook in België, en omgedoopt in ‘Inchcape Retail Belgium’.

Het zou nog tot 2000 duren voor Toyota met de Yaris voor het eerst de COTY-trofee binnenhaalde. De Toyota waarmee het merk technologische wereldgeschiedenis zou maken, de Prius, moest het in 2001 nog afleggen tegen de Ford Mondeo (nr 2) en de Alfa 147 (nr 1). Het ‘hybride geval’ viel aanvankelijk niet in de smaak: pas in 2005 kwam de erkenning voor de Prius met de eerste prijs.

Tot vandaag blijft Toyota-voorzitter en oud-CEO Akio Toyoda rotsvast geloven in zijn ‘hybride’ voorsprong en voorspelt hij voor EV’s niet meer dan 30 procent marktaandeel in 2030. Maar wat zagen we in 2011 al gebeuren? Voor het eerst sinds elektrische auto’s meer dan 120 jaar geleden de duimen moesten leggen voor de benzineauto, werd een ‘EV’, de Nissan Leaf, ‘Car of the Year’. In 2014 werd de BMW i3 nipt tweede, maar in 2019 won de Jaguar I-Pace en in 2022 de Kia EV6. Dit jaar was de Seal van BYD een van de kandidaten in de finale. Hij haalde het niet, maar toch: op de long-list voor de verkiezeing van 2024 waren niet minder dan 7 van de 28 kandidaten ‘Made in China’ en elektrisch. Met BYD -dat een fabriek bouwt in Europa- dat er uitstak met vier modellen: de Atto3, Dolphin, Han en Seal. En wie voert BYD in ons land in? Juist, dé grote Toyota-invoerder Inchcape Belgium. Zagen ze daar, tegen Akio Toyoda’s visie in, het tij misschien al keren?

Joris Van Roy is journalist en managing editor van het online platform newsmobility.news. Hij combineert zijn passie voor technologie en mobiliteit met zijn jarenlange ervaring in de autojournalistiek.